Auteur: Hans Dorrestijn Uitgeverij: Bert Bakker Jaar van uitgave: 1983
Flaptekst
‘Jarenlang schreef ik liedjes voor de televisie, onder andere voor de Jan de Bom-show. In die liedjes moest ik de kinderen een beetje troosten. Zo van: plas je nog steeds in je broek al ben je vijftien jaar? Dat geeft niks, hoor. Dat doen we allemaal. Trek je wel eens aan je piemeltje als er niemand bij is? Schaam je maar niet hoor. Dat doet de koningin ook. Op den duur kreeg ik schoon genoeg van al dat getroost, vooral doordat alle kinderschrijvers me na begonnen te doen. Overal hoorde je dezelfde troostrijke kinderliedjes. Ons land begon over te lopen van begrip voor het leed van kinderen. Ik kreeg zin de jeugd eens flink de stuipen op het lijf te jagen. Ik dacht aan de vreselijke dingen die ik had meegemaakt, aan de enge figuren die ik had ontmoet. Meer dan eens had mijn leven op het spel gestaan. Al die belevenissen heb ik opgeschreven. Het zijn de gezelligste liederen geworden die er in Nederland ooit voor kinderen geschreven zijn. Ik weet dat jullie enge schrijfsels heerlijk vinden, maar beste kinderen, al houden jullie van griezelen, lees de liedjes uit de bundel De bloeddorstige badmeester nooit en te nimmer als je alleen in bed ligt. Houd tijdens het lezen de hand van je moeder of vader (of van allebei) stevig vast, anders zou je het besterven.’ – Hans Dorrestijn
Recensie: Kirsten van Citteren
Als je een dichtbundel moet lezen, lees dan 'De bloeddorstige badmeester'. Griezelige gedichten met veel humor. Hans Dorrestijn schrijft over verschillende onderwerpen, zoals een conciërge die kinderen haat, over spinnen of over een bloeddorstige badmeester.
De griezelige gedichten in het boek zijn ingedeeld op drie niveaus: Griezels zelf meegemaakt, huiveringen en griezels die iedereen tegen het lijf kan lopen. Het ene gedicht is nog griezeliger dan het andere. Gelukkig zijn de gedichten wel grappig geschreven, zodat ze niet heel eng zijn.
Een leuk gedicht is bijvoorbeeld ‘De hond van ome Karel’. De hond van ome Karel krijgt de macht over oom Karel. Hieronder een klein stukje:
‘Dus kreeg Caesar steeds meer rechten, want tegen honden moet je vechten. En wat ik dus wel had verwacht: oom Karels hond die greep de macht. Eens kwam ik bij mijn Oom aan huis, ik zag meteen: ‘Dit is niet pluis.’ Ome Karel las de krant Gezeten in de hondenmand.'
De dichtbundel van Hans Dorrestijn is griezelig leuk. Lezen dus!