Auteur: Guus Kuijer Uitgeverij: Querido Jaar van uitgave: 1976
Flaptekst
De vijftienjarige Jos heeft zijn jonge leven lang niet geweten wat er in zijn ouders omgaat en evenmin meer dan een flauw vermoeden gehad van de drijfveren bij hun doen en laten. Hij ontmoet de zeventienjarige Marion, jat de Mercedes van zijn vader en alles loopt dan grondig uit de hand. Grote mensen blijken minder groot dan hij altijd gedacht heeft en de liefde, waar hij net een beetje in begint te geloven, is nauwelijks meer te onderscheiden van andere pijn.
Recensie: Noortje Boshuizen
Jos is in het verhaal van Guus Kuijer de hoofdpersoon. Hij heeft een aparte manier van nadenken en zegt soms gekke dingen. Zoals bijvoorbeeld het waterpaard dat hij verzint en waarvan hij het ook echt denkt te zien. Jos wordt veel besproken, maar het blijft lastig om hem helemaal te begrijpen. Toch blijf je proberen hem te begrijpen en lees je door.
In het begin van het verhaal weet je niet helemaal in welke tijd het zich afspeelt. Je leest iets over schepen, Marion met een soort theedoek als kleding en dat ze moet werken in een fabriek. Hieruit lijkt het haast te gaan over een moment in de geschiedenis. Daarna kom je andere dingen tegen, zoals auto’s, telefoons en een bridge-avondje. Hierdoor begrijp je dat het verhaal zich niet in de geschiedenis afspeelt, maar in het heden. Dat kan even wat verwarrend werken, waardoor je moet blijven nadenken over wat je nu eigenlijk leest.
Het boek heeft een heel eigen verhaal. De dingen die er in voorkomen en de manier waarop de hoofdpersonen denken, kom je niet tegen in andere boeken. Dat zorgt er ook voor dat het boek verrassend is en blijft.
Verder heeft het boek 104 pagina’s, een mooi aantal waar je snel doorheen kan. Hierdoor ben je niet al te lang bezig met het lezen van het verhaal. Een dun boekje met een eigen verhaal, dat moet je zeker eens proberen!