Auteur: Roald Dahl Uitgever: De Fontein Jaar van uitgave: 2008
Flaptekst
In het boek Gruwelijke Rijmen rijmt Roald Dahl sprookjes met een vette knipoog. De sprookjes eindigen anders dan je altijd dacht. Leuker! Spannender! Gruwelijker!
Recensie: Kirsten van Citteren
In het boek ‘Gruwelijke Rijmen’ staan grappige rijmen. De klassieke sprookjes die jij kent, worden op een grappige manier verteld. Het zijn geen liefelijke sprookjes. Nee, de sprookjes gaan heel anders dan dat jij altijd hebt gedacht. Ze zijn spannender én gruwelijker.
Het verhaal van Assepoester begint bijvoorbeeld zo:
'Je denkt misschien, dit ken ik al, maar dat is heus niet het geval. Het echte verhaal van Assepoester is heel wat bloediger en woester. Men heeft er vroeger iets slaps van gebrouwen om zoete kindertjes zoet te houden...'
Als lezer word je meegenomen in de wereld van gruwelijke sprookjes. Gelukkig zijn de sprookjes wel grappig geschreven en niet alleen maar gruwelijk. Een leuk voorbeeld komt uit Roodkapje:
'Maar grootmoe was taai en schriel, hetgeen de wolf maar slecht beviel. ‘Ze is te weinig,’ klaagde hij, ‘dat is toch geen heel maal voor mij. Na zo’n schriel scharminkel moet je als wolf minstens nog een toetje...’
Daarnaast staan er ook leuke tekeningen in het boek die bij de gedichten passen. De tekeningen en de gedichten maken 'Gruwelijke rijmen' een leuke dichtbundel voor de jeugd.