Auteur: Jan Terlouw Uitgeverij: Lemniscaat Jaar van uitgave: 1972 Prijzen: De Gouden Griffel (1973)
Flaptekst
Een jongen van 15 maakt de laatste bittere oorlogswinter 44/45 door. Eerst als toeschouwer, later diep betrokken bij het ondergrondse werk. In het dorpje aan de IJssel komt hij voor gevaarlijke opdrachten te staan. Heel alleen. Niemand mag hij in vertrouwen nemen, want misplaatst vertrouwen kan het hele drop in ongeluk storten. Met zijn eenzaamheid groeit ook zijn onafhankelijkheid. Ook in de moeilijkste omstandigheden staat hij alleen. Hij moet zijn eigen oordeel vormen, zij eigen beslissingen nemen als een volwassen man.
Recensie: Kirsten van Citteren
Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog en gaat over de vijftienjarige Michiel van Beusekom. Hij is de zoon van de burgemeester van het dorp De Vlank. Michiel wordt onverwachts bij verzetsactiviteiten betrokken. Hij krijgt een brief van zijn buurjongen Dirk. Door deze brief krijgt Michiel te maken met een Engelse piloot die in het bos ondergedoken zit. Michiel weet niet wie hij kan vertrouwen. Hij staat er alleen voor. Michiel moet elke keer moeilijkheden overwinnen: de piloot heeft een wond die professionele verzorging nodig heeft, er is een brief die bezorgd moet worden en het vinden van voedsel wordt steeds lastiger.
Het verhaal is spannend. Michiel moet allerlei opdrachten uitvoeren, maar elke keer worden er mensen verraden die met de opdracht te maken hebben. Als lezer wil je weten wie de verrader is. Het boek is zo geschreven, dat je kan begrijpen hoe de mensen leefden in de oorlog. Je leest hoe de Duitse soldaten het dorp innamen of hoe ze mensen gevangen namen. Hierdoor voel je de spanning van de dorpsbewoners. Je kan je als lezer inleven in die mensen.
Het taalgebruik is soms ouderwets, maar je begrijpt het wel. Soms staan er moeilijke woorden in, maar onderaan de bladzijde worden de woorden uitgelegd.
Het is een spannend oorlogsverhaal over verzet, vriendschap en verraad. Eén van de beste oorlogsboeken voor de jeugd.