Auteur: Simone van der Vlugt Uitgeverij: Lemniscaat Jaar van uitgave: 2002
Flaptekst
Kris Blanken studeert economie in Amsterdam en lijkt in weinig te verschillen van zijn medestudenten. Maar ’s nachts wordt hij geplaagd door steeds dezelfde angstdromen, waarin hij zijn eigen dreigende dood beleeft. Op aanraden van zijn huisgenote Dominique bezoekt Kris een reïncarnatietherapeute. Zij voert hem terug naar het Alkmaar van 1655. Kris is niet langer Kris; hij is Olivier Moeriaans, de achttienjarige zoon van een apotheker met een veelbelovende toekomst als kunstschilder. Aan die droom komt wreed een einde als de artsen constateren dat hij melaats is en Olivier verbannen wordt uit de stad. In de leprozerie houdt hij het niet lang uit; de voortdurende confrontatie met patiënten bij wie de ziekte in een veel verder gevorderd stadium is, doet hem het tehuis ontvluchten. Hij sluit zich aan bij Jeroom Couttenier, een kwakzalver die door het land trekt om zijn medicijnen te verkopen. Olivier twijfelt aan Jerooms kwaliteiten als arts, maar tegelijkertijd heeft hij al zijn hoop op hem gesteld. Jeroom zegt immers dat hij een onschuldige huidaandoening heeft; misschien is hij dus toch niet melaats. Olivier voelt zich steeds meer op zijn gemak in dit nieuwe leven van reizen en rondtrekken. Maar dan breekt de pest uit en overal in het land vallen slachtoffers. Ook in Alkmaar, waar Oliviers familie woont…
Recensie: Noortje Boshuizen
In dit boek wordt verteld over Kris, een student die leeft in Amsterdam. Wanneer hij onder hypnose is, leeft hij in de wereld van 1655. Hierin heet hij Olivier. De schrijfster wisselt de tijden af waarin het verhaal zich afspeelt. Doordat dit af en toe wisselt, heb je het idee dat je samen met Kris wakker wordt uit zijn hypnose. Opeens ontdek je weer, dat het echt geschiedenis was, wat je las. Je gaat zo meteen nadenken, dat het niet meer kan wat er toen gebeurde en dat het zeker niet meer normaal is nu. Simone van der Vlugt heeft hier goed over nagedacht.
Het boek is heftig om te lezen en het slokt je helemaal op. Dat komt, omdat je al van tevoren te weten komt, dat Kris ergens heel bang voor is. Pas later ga je ontdekken waarvoor. Doordat je verder moet lezen om dit te ontdekken, houd je zin om te lezen. Je ontdekt steeds meer dingen, waardoor je erachter komt wat er gaat gebeuren. Hij zal waarschijnlijk sterven. Aan het einde van het boek gebeurt er nog iets onverwachts, wat ik nog niet verklap. Dat maakt het boek zo interessant om te lezen.
Daarnaast komt in het verhaal een goede beschrijving voor van wat de mensen aanhebben en hoe de omgeving eruit ziet. Zo kan je zelf in je hoofd goed bedenken hoe het eruit ziet. Je gaat dan meeleven met Olivier, omdat je het helemaal voor je ziet.
Het is moeilijk om niet helemaal meegesleept te worden in dit boek!