Auteur: Herman van Campenhout Uitgeverij: Davidsfonds/Infodok Jaar van uitgave: 2006
Flaptekst
Het was moeilijk schieten op een vijand die het gezicht van een mens had gekregen.
Kerstavond, 1914. Europa wordt verscheurd door de Eerste Wereldoorlog. Britten en Duitsers strijden hevig in de modderige vlakten van Flanders’ Fields. De jonge Engelse soldaat Frank Sumption houdt extra waakzaam de wacht, want het opperbevel vreest een massale aanval.
Maar dan klinken vanuit de Duitse loopgraven amper 50 meter verder plots kerstliederen. Geen bulderende kanonnen of fluitende kogels. Een Duitse waaghals stapt het niemandsland in dat de twee legers scheidt. Binnen de kortste keren vieren vijanden samen Kerstmis met worst, schnaps en een partijtje voetbal. Frank vindt in de Duitse Johannes Bremer de vriend die hij mist. Durft hij te dromen dat deze vrede en deze vriendschap blijven duren?
Herman van Campenhout baseerde dit beklemmende en aangrijpende boek op waargebeurde feiten. Over vriendschap, trouw, durf en respect. Over heel gewone jongens die niets liever willen dan deze waanzinnige, onmenselijke oorlog stop te zetten.
Recensie: Manon Sies
'Voetballen of vechten?' is een mooi oorlogsboek. Het verhaal gaat over Frank Sumption, een Londense kapper die in dienst gaat bij het leger van Groot-Britannië. Je maakt door zijn ogen de Eerste Wereldoorlog mee. Vanaf 24 december 1914, net voor Kerstmis, begint het boek.
Frank vecht voor Groot-Britannië in de Vlaamse loopgraven. Dat zijn een soort graven waar de soldaten in kunnen bewegen, zodat de vijand ze niet kunnen zien. Ze vechten tegen Duitsland, dat is de vijand. Op kerstavond zingen de Duitsers luid en duidelijk kerstliedjes, wat vreemd is in een oorlog. De volgende dag komen ze zelfs zonder geweren uit hun loopgraven. Dat is heel gevaarlijk, want de Britten kunnen de soldaten zo neerschieten. De Duitsers willen een wapenstilstand, omdat het Kerstmis is. De Britten stemmen toe. Op het stuk tussen de Duitse loopgraven en de Britse loopgraven ontmoeten ze elkaar en het is dagenlang gezellig. Ze gaan zelfs samen spelletjes doen: ’Wat wil je wat we doen?’ vroegen de anderen verbaasd. ’Voetballen!’
Frank ontmoet ook een Duitser, Johannes. Ze worden echte vrienden. 'Met Johannes was het anders. Frank had het gevoel dat ze elkaar al hun hele leven kenden. Hij hoefde zich niet beter, stoerder of geleerder voor te doen dan hij was. Voor Johannes was hij wie hij was, de kleine Londense kapper uit een doodgewoon Engels gezin. En dat was voldoende.'
Door de vriendschappen die ontstaan zijn tussen de Duitsers en Britten, zie je al dat dit een origineel oorlogsboek is. In oorlogen worden de vijanden geen vrienden. Dit vind ik juist zo mooi aan dit boek. Het is fijn om een keer een oorlogsboek te lezen die niet alleen over vechten en haat gaat. In het boek merkt Frank ook, nadat hij zijn beste vriend heeft ontmoet, dat hij de oorlog zinloos vindt en dat er snel vrede moet komen. Als je wilt weten of dat hem lukt, moet je het boek zelf lezen!